Lied 37: Jezus' kracht

Tekst: Johannes Groenewegen
Melodie: Cornelis de Pauw
Zetting: Martien van der Zwan

1. Kom, Jezus, o mijn Koning!
en neem mijn zondig hart
en maak mij tot Uw woning;
dan is 't bevrijd van smart.
Verdrijf die vreemde heren,
die 't huis nog houden in.
Wil Gij 't alleen regeren
en 't buigen naar Uw zin.

2. O Jezus, sla aan stukken
de grendels van mijn ziel
('t zal anders nooit gelukken).
Al wat U buiten hiel',
verbreek het, laat het sterven
en maak het mij maar kwijt.
Laat ik U toch niet derven,
Die alles voor mij zijt.

3. Mijn ziele is verbonden
aan eigen wil en zin.
De wereld en de zonden,
die nemen 't dikwijls in,
en maken dat mijn harte
niet doet dan zwerven om,
tot mijn verdriet en smarte.
O, trek mij, Jezus, kom!

4. En heilig mij vanbinnen.
Ja, roei de wortel uit
van mijn verdorven zinnen.
En, opdat ik besluit,
mijn grote wens en bede,
o zalig Opperheer,
is dit: om hier beneden
te leven tot Uw eer.


Terug naar het liederenoverzicht