Lied 53: In tegenspoed tevreden

Tekst: Willem Sluiter
Melodie: William Henry Monk
Zetting: Martien van der Zwan

1. Hoe wordt gij dus beroerd, o zwakke mens,
omdat het hier niet gaat naar uwe wens?
Wie is er toch die bij de mensen leeft,
die 't alles naar zijn wil en wensen heeft?

2. Niet één voorwaar; al waar' 't ook dat het scheen
of hij 't geluk der wereld had alleen.
Meent niet dat gij 't hebt slechter dan de rest,
want ieder kent zijn eigen droefheid 't best.

3. Het waar' geluk is bij dezulke niet,
die nimmermeer beproefd werd met verdriet.
Ja, want er is geen meerder ongeluk
dan nooit te zijn bezocht met kruis en druk.

4. Al wie verheft naar boven zijn gemoed
en ziet alleen op 't eeuwig hemels goed,
die acht niet wat hij lijden moet op d' aard',
want 't is als niets (daar bij geleken) waard.

5. En zo gij daar uw harte mee versterkt,
dat Hij het al tot uwen besten werkt:
zo zult gij zijn tevreden met uw staat,
ook als het u nog eens zo kwalijk gaat.


Terug naar het liederenoverzicht