Lied 67: Ochtendgebed

Tekst en muziek: César Malan
Vertaling: Willem van Gent/Karlo Reiziger
Zetting: Gerard de Wit

1. De dag begint, zie d' ochtend gloren.
Heer', sla vandaag Uw blik op mij.
Geef dat ik toch bij U mag horen;
wees deze dag mij steeds nabij.

2. Uw zwakke schepsel, wil mij horen.
'k Ben nochtans Uw gelukkig kind.
Schenk mij Uw gunst, door U gezworen,
zend overvloedig Uwe wind.

3. O Zoon van God, o trouwe Herder,
wilt U mij roepen uit mijn slaap.
Uw zachte stem geleidt mij verder;
ik volg het pad als Uw arm schaap.

4. Herinner mij in al mijn plichten,
dat U mij ziet en mij behoedt.
Ach, dat mijn ziel zich steeds mag richten
naar 't Goddelijk en eeuwig goed.

5. Mijn God, mijn Vader, leid mijn schreden.
Dat Uwe Geest mijn aangezicht,
hier in de duisternis beneden,
voorgaat, en leid mij in het Licht.

6. Voed, Heer', 't geloof en mijn verlangen
naar 't vaderland dat U bereidt,
elke dag van dit levenslange
uitzien naar thuis: de zonde kwijt!


Terug naar het liederenoverzicht